De juiste zittingmaat
De meeste Barefoots zijn verkrijgbaar in maat 1 of maat 2, maar sommige modellen zijn ook verkrijgbaar in de kleinere maat 0 of zelfs de kindermaat X0. Er is bij hoge uitzondering zelfs een keer een maat 3 zadel gemaakt.
De matentabel geeft een goede indruk.
De juiste maat Barefoot wordt voornamelijk bepaald door de maten van de ruiter. De ruiter moet immers goed midden in het zadel kunnen zitten, netjes tussen de pommel en cantle vormdelen in. Maar uiteraard krijgt een zadel een langere ruglengte, naarmate de zitting van het zadel langer wordt. Een klein Fjordje met een korte rug zal het mooiste onder een kortere maat 0 of maat 1 Barefoot passen. Is de ruiter echter wat voloptueus gebouwd dan zal een maat 2 aangenamer zijn voor beiden omdat de ruiter daar goed in past, en niet half op de cantle komt te zitten zoals bij een maat 1 het geval zou zijn. |
De ruiter mag nooit op de cantle zitten!
Wanneer dit wel gebeurt dan wordt het ruitergewicht niet netjes over de rug verdeeld, en drukt de ruiter de cantle teveel in de rug van het paard. Net zoals de achterkant van een boomzadel teveel in de rug geduwd wordt wanneer een ruiter geen handbreedte ruimte achter de billen overhoudt op de lepel van het zadel.
In principe raden we aan:
Maat 2: dames maat 40–46 en heren maat 48–54
Pasvorm voor de ruiter:
Een Barefoot past voor de ruiter goed wanneer deze de juiste zittinglengte heeft gekozen.
Wanneer de juiste zittingmaat is gekozen ligt de cantle (het achterboogje) netjes achter de billen van de ruiter.
De billen mogen tegen de cantle aan komen maar er niet van bovenaf op duwen, de cantle is niet bedoeld om op te zitten want dat is niet comfortabel voor de ruiter (rugklachten en balansproblemen) maar ook niet voor het paard.
De zitbeenknobbels bevinden zich netjes tussen pommel en cantle.
Wanneer de ruiter een passend zadel met daaraan de beugelriemen op een goede lengte heeft (niet te kort) en netjes subtiel lichtrijdt zit de pommel nooit in de weg.
Krijgt de ruiter tijdens het rijden zere bovenbenen doordat de dij tegen de zijkant van de pommel aan ligt dan kan een te kleine zitting hier de oorzaak van zijn. Door de te kleine zitting komt de ruiter immers te veel klem te zitten tussen pommel en cantle. De ruiter zit dan simpelweg te dicht op de pommel. Is de zittingmaat in principe goed dan is er meestal iets anders aan de hand waardoor er problemen ontstaan.
Men rijdt bijvoorbeeld met erg korte beugelriemen waardoor de bovenbenen tegen de pommel aan komen te liggen en zeer gaan doen. In dit laatste geval is de oplossing simpel: beugelriemen wat langer maken waardoor een wat nettere houding aangenomen kan worden: schouder - heup - enkel op 1 lijn in plaats van een stoelzit waarbij de enkel een stuk voor de heupen ligt.
Komt de ruiter tijdens het lichtrijden herhaaldelijk met het kruis oncomfortabel in aanraking met de pommel dan kan dit aan een te kleine zittingmaat liggen. In veel gevallen is het echter een kwestie van een ruiter die iets te enthousiast gaat staan in de beugels in plaats van zich door het paard iets omhoog te laten veren (zoals het hoort). Wanneer de ruiter wat subtieler gaat lichtrijden in plaats van een vaak overdreven aangeleerd staan-zitten is het probleem verholpen.
Blijft de pommel in de weg zitten ondanks de juiste beugelriemlengte en correct lichtrijden, dan is er toch een ruimere zitting nodig.